Natuurgeneeskunde is een begrip met diepgang. Een exacte uitleg van wat de natuurgeneeskunde inhoudt, kan een boek op zich vormen. Met de basisprincipes van de natuurgeneeskunde en de herkomst ervan kan een beeld worden gevormd wat de natuurgeneeskunde betekent.
Natuurgeneeskunde is het geheel van natuurlijke therapieën dat bijdraagt aan het herstel van het zelfgenezend vermogen van een individu. Het zelfgenezend vermogen is altijd aanwezig als er leven aanwezig is, soms is het verzwakt en heeft het wat ondersteuning nodig.
De natuurgeneeskunde bekijkt elke patiënt vanuit zijn geheel: lichaam, geest en emoties vormen samen wie je bent. Elk van deze drie afzonderlijke elementen kan een verstoring hebben die effect heeft op de andere twee. Ook de omgeving wordt meegenomen in het totaalplaatje.
De natuurgeneeskunde is de oudste vorm van geneeskunde die de mensheid kent. Planten en kruiden zijn even oud als de mens en worden al eeuwen gebruikt als medicijn.
De eerste beschreven vorm van geneeskunde vindt zijn herkomst in het Mesopotamische rijk, (ca. 4000 v. Chr.) Klei tabletten die gevonden zijn beschrijven de werking van geneeskrachtige kruiden en mineralen. De oude Egyptenaren (3000 jaar v. Chr.) hadden een gespecialiseerde vorm van geneeskunde, in deze tijd waren er artsen voor uiteenlopende ziektebeelden zoals oogziekten, maagziekten en longziekten. In deze twee beschavingen waren het de priesters die genazen. Ook de oude Grieken ontwikkelden een geneeskunst. In eerste instantie waren de genezers mannen die pijlen verwijderden uit krijgers en kruiden gebruikten om te voorkomen dat de wonden zouden gaan infecteren. Ook in deze tijd waren de priesters de genezers, de genezing was te danken aan de Griekse God Asclepios, God van de genezing.
Toen rond 500 v. Christus de natuurfilosofen ten tonele kwamen veranderde het denken over ziekte en gezondheid. Hippocrates (480-377 v christus) zag een verband tussen verschillende factoren die van invloed zijn op een mens. Hij bestudeerde als eerste zijn patiënten om de symptomen te kunnen noteren en het ziekteverloop te volgen.
De humoraalpathologie komt van zijn hand, dit is een theorie over het samengaan van lichaamssappen zoals bloed, slijm en gal. Als deze lichaamssappen met elkaar in balans zijn is er geen ziekte. De theorie van Hippocrates wordt tegenwoordig nog steeds toegepast.